Terug
Gepubliceerd op 26/01/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 24/01/2022 - 20:00

Gemeentebelastingen: Belasting op de inname van het openbaar domein door terrassen - Goedkeuring

Juridische grond

Artikel 40 § 3 van het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017.

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en latere wijzigingen.

Omzendbrief d.d. 18 juli 2008 over het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008.

Omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit KB/ABB 2019/2 d.d. 15 februari 2019.

Besluit van de gemeenteraad van 25 oktober 2021 houdende goedkeuring van de bijzondere voorwaarden voor de plaatsing van terrassen op het openbaar domein ter aanvulling van het algemeen gemeentelijk politiereglement.

Motivering

Het plaatsen van een terras op een parkeerplaats kan hinder in de gemeentekern met zich mee kan brengen.

De aanwezigheid van de terrassen kan aanleiding geven tot een grotere gemeentelijke zorg aangaande openbare orde, netheid, veiligheid en tot het benutten van de openbare ruimte.

Rekening houdende met het voorgaande is een diversifiëring van de tarieven naargelang de ligging van het terras gerechtvaardigd.

Het is billijk dat (rechts)personen die een toelating krijgen om een parkeerplaats privatief in gebruik te nemen hiervoor een bijdrage leveren via een belasting.

De plaatsing van een terras betekent een uitbreiding van een handelszaak en een vergroting van hun exploitatiemogelijkheden.

De financiële toestand van de gemeente.

Besluit

Belastbaar feit

Artikel 1

Er wordt voor een termijn met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de privatieve ingebruikneming van parkeerplaatsen op het openbaar domein door terrassen van horecazaken.

Belastinggrond

Artikel 2

De belasting is ondeelbaar en verschuldigd op basis van de inname zoals bepaald in de terrasvergunning, verleend conform het vermeld besluit op de terrassen van 25 oktober 2021.

Belastingplichtige

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de vergunningsplichtige of uitbater van de horecazaak waar het terras werd geplaatst.

Tarief

Artikel 4

De belasting wordt vastgesteld op:

1/ 100 euro per ingenomen parkeerplaats (doorlopende inname van 1 maart tot 31 oktober)
2/ 60 euro per ingenomen parkeerplaats (onderbroken inname van 1 maart tot 31 oktober)

De onderbreking tussen twee innames moet langer zijn dan 4 dagen.

De verplichte wegname tijdens de Margarethakermis, Folklorefeesten of andere festiviteiten wordt niet beschouwd als een onderbreking van de inname.

Vrijstellingen

Artikel 5

De overnemer van een bestaande exploitatie met vergund terras is vrijgesteld van de belasting in het jaar van de overname.

Aangifteplicht

Artikel 6

De belastingplichtige moet ten laatste voor 15 februari van het aanslagjaar aangifte doen door middel van het bekomen van een terrasvergunning zoals bepaald in het vermelde politiereglement betreffende het plaatsen van terrassen op het openbaar domein.

De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

Wijze van inning

Artikel 7

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Betaaltermijn

Artikel 8

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Bij niet-betaling wordt deze ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Procedure van ambtshalve vaststelling

Artikel 9

Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de
aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Belastingverhoging

Artikel 10

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de helft van de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Belastingvermindering

Artikel 11

Wanneer een horecazaak in de onmogelijkheid verkeert zijn terras uit te baten omwille van wegeniswerken aan het openbaar domein voor zijn zaak, wordt een belastingvermindering toegestaan in verhouding tot het aantal dagen, weken of maanden dat het terras niet beschikbaar was.

Bezwaarprocedure

Artikel 12

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.