Notulen  Gemeenteraad

Juridische grond

De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid.

Het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone.

Juridische grond

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Motivering

Gezamenlijk beschikbaar budgettair resultaat en autofinancieringsmarge is positief in 2027.

Juridische grond

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Motivering

 Gezamenlijk beschikbaar budgettair resultaat en autofinancieringsmarge is positief in 2027.

Juridische grond

Aangepast meerjarenplan 2020-2025.

Juridische grond

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen inzonderheid de artikels 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en meer bepaald artikel 68 § 1 dat bepaalt dat de gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting;

Wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en meer bepaald artikel 68 § 2 dat bepaalt: ‘de dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is. …’

Juridische grond

het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad
de wet van 29/07/1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
het omgevingsvergunningsdecreet van 25/04/2014, in bijzonder artikel 3
het omgevingsvergunningsbesluit van 27/11/2015, in bijzonder artikel 4
het bestuursdecreet van 07/12/2018
het decreet houdende de gemeentewegen van 03/05/2019, in het bijzonder artikel 3 en 4

Motivering

A. BEZWAREN:

De gemeenteraad dient bij de beslissing over de zaak van de wegen de bezwaren uit het openbaar onderzoek te behandelen die betrekking hebben op de zaak van de wegen. Deze bezwaren uit het openbaar onderzoek worden volgens thema behandeld en beoordeeld :

1. Mobiliteit en verkeersveiligheid

Samenvattend gaan de bezwaren over het bijkomend autoverkeer die de verkeersdrukte zal doen toenemen en het beperkte profiel van de Mosselstraat.

Behandeling van de bezwaren:

De beoordeling van dit bezwaar kadert binnen de bepalingen van artikel 3 en artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.

Artikel 4, 3° van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:

“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;”

De bezwaren aangaande mobiliteit en verkeersveiligheid worden behandeld enkel binnen het kader van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet, juncto artikel 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.

Er wordt geen uitspraak gedaan over stedenbouwkundige elementen wat immers toekomt aan de vergunningverlenende overheid. De Gemeenteraad beoordeelt de bezwaren enkel in het kader van het Decreet houdende de Gemeentewegen en de daarin vervatte beoordelingsgronden (inclusief artikel 3 van het Omgevingsvergunningsdecreet).

Wat betreft de bezorgdheid dat het bijkomend autoverkeer de verkeersdrukte zal doen toenemen, wordt verwezen naar de mobiliteitstoets en het bijkomend onderzoek, die in het dossier zijn opgenomen. Dit in het kader van de uitspraak over mobiliteitseffecten conform artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet (en zoals beslist in het ministerieel besluit van 7 mei 2024.

Het project omvat de realisatie van 53 grondgebonden eengezinswoningen en 24 appartementen, verdeeld over twee gebouwen. Er worden op zijn geheel 77 bijkomende woonentiteiten gerealiseerd.
Volgens deze studie zal het aantal autobewegingen vanuit deze woonontwikkeling gemiddeld 236 bedragen. Voor fietsbewegingen is dat 68. De hoogste intensiteiten liggen in de ochtend- en avondspits waar dit zal neerkomen op 22 autobewegingen, of gemiddeld één per drie minuten, bovenop het bestaande verkeer.
Er wordt aangesloten bij de conclusie van de mobiliteitstoets en het bijkomend onderzoek (waarbij dit gekaderd wordt binnen de beoordelingsgronden op basis van het decreet houdende de gemeentewegen en artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet) : Een dergelijke intensiteit valt binnen de dagelijkse fluctuaties van verkeersstromen op het wegennet op dergelijke wegen. De toenemende verkeersbewegingen vallen ook voor de ruimere omgeving binnen de dagelijkse fluctuaties. De realisatie van de wegenis zorgt voor een ontsluiting die ten goede komt aan de ruimere omgeving door het voorzien van doorgangen en trage verbindingen.

De bezwaren zijn ontvankelijk doch ongegrond.

2. Groen

Samenvattend gaan de bezwaren over het te beperkt groen aandeel in verhouding met de woondichtheid.

Deze bezwaren hebben geen relevantie in het kader van de beoordeling van het project in het kader van het Decreet houdende de gemeentewegen.

De bezwaren zijn ontvankelijk doch ongegrond.

3. Waterproblematiek en riolering

Samenvattend gaan de bezwaren over de bestaande overstromingsgevoeligheid, bijkomende verharding, werking riolering en pompen.

Behandeling van de bezwaren:
Als bevoegde watertoets instantie leverde de Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie op basis van de voorliggende projectinhoud een gunstig advies af op 19 september 2024.
Er kan aangesloten worden bij deze gunstige watertoets.
De rioolbeheerder Fluvius gaf in eerste aanleg op 28 augustus 2023 een volledig gunstig advies.
De provincie vroeg aan Fluvius geen nieuw advies in laatste aanleg.

Gezien er geen zaken gewijzigd werden aan de riolering kan er aangesloten worden bij dit gunstig advies.

Uit de analyse van de gewijzigde projectinhoud blijkt dat inzake de dimensionering van de infiltratie en buffervoorziening deze als voldoende beschouwd worden in kader van het wegenisaspect.

De bezwaren zijn ontvankelijk doch ongegrond.

B. INHOUDELIJKE BEOORDELING:

In kader van de inhoudelijke beoordeling dient de gemeenteraad zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Dit conform artikel 31, §1, 2e lid van het Omgevingsvergunningsdecreet:

“De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”

Bij haar beoordeling dient de gemeenteraad rekening te houden met artikel 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:

Artikel 3:
“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

Artikel 4:
“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

In de voorliggende projectinhoud in tweede aanleg blijkt dat aanpassingen zijn uitgevoerd om te voldoen aan

- Advies Lichtervelde dienst Openbare werken 17/08/2023 (versteviging gracht en extra mobiliteitsnota met tellingen)
- Advies Mirom 06/09/2023 (plan wegenis: inrit Mosselstraat en keerpunten)
- Voorwaarden CBS 11/12/2023 (toevoegen tuinbergingen en afsluitingen/hagen)
- Stikstofdecreet 24/01/2024 (stikstoftoets)
- Ministerieel besluit 07/05/2024 (rooilijnplan)
- Advies Inter 04/06/2024 (toegankelijkheid)
- Advies Provinciale dienst waterlopen 20/06/2024 (overstort 5cm hoger)

Uit onderstaande motivatie blijkt dat de nieuw aan te leggen wegenis voldoet aan de principes opgenomen in artikel 3 en artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:

1) De ingrepen moeten ten dienste staan van het algemeen belang, artikel 4, 1° GWD.

Het algemeen belang betreft binnen de doelstellingen van het gemeentewegen-decreet dat de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van gemeentewegen gevrijwaard en verbeterd wordt. Wijzigingen die daarmee in strijd zijn, behoren niet tot de mogelijkheden. Dat hoeft evenwel geen beletsel te vormen voor beslissingen die neutraal zijn ten opzichte van die algemene doelstellingen, aangezien ook rekening kan gehouden worden met overige aspecten van het algemeen belang, zoals bijvoorbeeld de beginselen van behoorlijk bestuur.

- De wegenis bestaat uit drie doodlopende stukken die de woningen en de appartementen ontsluiten. Bij de ingang van de nieuwe wegenis aan de Mosselstraat is ruimte voorzien voor een eventueel toekomstige inrichting van een afvalophalingspunt, een elektriciteitscabine en twee parkeerplaatsen voor deelwagens. De weg heeft een variabele breedte en wordt grotendeels aangelegd in asfalt met betonnen kantstroken. De toegang van de nieuw aan te leggen wegenis wordt aangelegd in klinkers om het veranderend karakter van de wegenis te benadrukken.

- De parkeervakken worden buiten de asfalt wegenis voorzien in waterdoorlatende verharding via grasdallen. De opritten op openbaar domein worden eveneens voorzien in grasdallen.

- De wegenis wordt aangelegd volgens het principe van een woonerf conform de wegcode wat betekent dat
1. De voetgangers over de volledige breedte de openbare weg mogen gebruiken
2. mogen de bestuurders de voetgangers niet in gevaar brengen en ze niet hinderen; zo nodig moeten zij stoppen. Zij moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. De voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren;
3. is de snelheid beperkt tot 20 km per uur;
4. is het parkeren verboden, behalve op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P aangebracht is of op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.

- Naast de harde infrastructuur wordt tussen de nieuwe rooilijnen ook heel wat groene ruimte ingericht. Daarbij is getracht om dit zo onderhoudsvriendelijk mogelijk te houden.

Beoordeling: De nieuw aan te leggen wegenis heeft als doel om nieuw op te richten woningen door middel van een voldoende uitgeruste weg te doen ontsluiten op het openbaar wegennet.

Het realiseren van het woonuitbreidingsgebied kadert in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
Het voorziene openbaar rioleringsstelsel betekent een realisatie van onze doelstellingen inzake het behalen van de nodige waterkwaliteit. Het zorgt voor een verbetering van de waterkwaliteit in de nabije waterloop door de verbinding met de bestaande of te vernieuwen strengen. De site wordt door de aanleg van de wegenis ontsloten en doorwaadbaar voor alle inwoners en zorgt zo voor betere trage verbindingen.

2) Een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende gemotiveerd moet worden

De aanvraag betreft de aanleg van een nieuwe wegenis en geen wijziging, verplaatsing of opheffing van een bestaande wegenis. Artikel 4, 2° GWD.

Middels huidige gemeenteraadsbeslissing wordt afdoende gemotiveerd in kader van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en artikel 3 en 4 van het Decreet Houdende de Gemeentewegen.

3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aaneengrenzende percelen worden steeds in acht genomen. Artikel 4, 3° GWD

De nieuw aan te leggen wegenis beschikt over een reguliere breedte voor de wegbedding van een residentiële verkaveling. De wegenis is op zo een manier ontworpen dat er geen scherpe hoeken met wegenissen waar op aangesloten wordt gecreëerd worden. Het betreft een wegenis met een doodlopend karakter voor gemotoriseerd verkeer binnen een residentiële ontwikkeling, waardoor doorgaand verkeer vermeden wordt. Bovendien geldt het regime van woonerf (zie ook hoger).
Gemotoriseerd verkeer wordt afgeleid naar de dichtstbijzijnde hogere wegen via de Mosselstraat richting de gewestelijke wegennet (Zwevezelestraat). Uit de plannen kan worden afgeleid dat de ontsluiting van aaneengrenzende percelen niet in het gedrang wordt gebracht. Integendeel wordt het bebouwd weefsel beter doorwaadbaar voor voetgangers en fietsers.

Uit de mobiliteitstoets blijkt dat er geen nood is om extra verkeerskundige maatregelen te nemen in het kader van het decreet houdende de gemeentewegen .

4) Ingrepen worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief, art. 4, 4° GWD

De nieuw aan te leggen gemeenteweg dient een woonontwikkeling met 77 woongelegenheden, aansluitend op de bebouwde kern van Lichtervelde langs twee gemeentewegen: de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer verloopt via een in- en uitrit op de Mosselstraat. Voor zachte weggebruikers is er een bijkomende ontsluiting langs de Nieuwe Veldstraat. Deze kan ook worden gebruikt door hulpdiensten. De ontwikkeling overstijgt het lokale niveau dus niet (77 woongelegenheden binnen het centrum van Lichtervelde).

5) Ingrepen moeten worden beoordeeld in functie van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling in de zin van artikel 4, 5° GWD

Het voorziene wegennet voorziet de ontsluiting van het volledig woonuitbreidingsgebied dat aan de rand van de woonzone is gelegen. Gezien de ligging is het niet nodig voorzieningen te treffen voor een verdere ruimtelijke ontwikkeling. Door de veilige doorsteken voor de trage weggebruiker past deze wegenis in het ruimtelijke doordacht wegennet van de gemeente en wordt de site definitief ontsloten en doorwaadbaar.

Er wordt bijgevolg geoordeeld dat de voorgestelde wegenisinrichting voldoende is en het rooilijnplan kan goedgekeurd worden.

C. ADVIEZEN

- De gemeentelijke Technische dienst adviseert gunstig op basis van de voorliggende projectinhoud.

- Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie leverde op basis van de voorliggende projectinhoud een gunstig advies af op 19 september 2024.

- De rioolbeheerder Fluvius gaf in eerste aanleg op 28 augustus 2023 een volledig gunstig advies.
De provincie vroeg aan Fluvius geen nieuw advies in laatste aanleg. Gezien er geen zaken gewijzigd werden aan de riolering kan er aangesloten worden bij dit gunstig advies. Voorafgaand aan de uitvoering van de werken moet een rioolinspectie uitgevoerd worden van de ingekokerde beek vanuit de Nieuwe Veldstraat tot de eerste put in de Gaaipersstraat.

- Mirom en de technische dienst van de gemeente gaven in hun opgemaakte -adviezen in eerste aanleg aan dat de huisvuilophaling hinder zou ondervinden bij de klassieke wijze van ophaling. Dit voornamelijk met betrekking tot de draaicirkels, de inrit aan de Mosselstraat en de keerpunten in de ontwikkeling.
Daarnaast voorziet het plan in een mogelijk toekomstig collectief afvalophalingspunt. Er is door het gemeentebestuur evenwel nog geen besluit genomen om collectieve ophaling op te starten. De zone wordt op het plan aangeduid als een (groen)zone met gras. In dat opzicht moet de wegenis ook minstens de klassieke huisvuilophaling vervoer mogelijk maken.
In de voorliggende projectinhoud (in tweede aanleg) zijn aanpassingen uitgevoerd naar de voorgestelde adviezen uit eerste aanleg.
Gezien Mirom geen decretaal verplichte adviesinstantie is heeft de provincie aan hen geen nieuw advies gevraagd. Mirom heeft intussen per mail bevestigd dat op basis van de bijgestuurde plannen klassieke huisvuilophaling mogelijk is.

D. BESLUIT

Er kan besloten worden dat de vernietigingsgronden zoals vermeld in het vernietigingsbesluit van 7 mei 2024 door de minister van Mobiliteit en Openbare werken Lydia Peeters niet meer aanwezig zijn.

1° beroepskritiek: “Als zodanig dienen de beroepsindieners bijgetreden worden dat de voorziene voorwaarden, samengenomen, een essentiële wijziging van het wegenisdossier kunnen inhouden. Dit gelet op de onduidelijkheid van het toekomstige ontwerp inzake het keerpunt ter hoogte van de loten 26 en 27.”

In de gewijzigde planinhoud bij de beroepsprocedure is aan deze onduidelijkheid een einde gekomen. De plannen zijn voldoende duidelijk uitgewerkt.

2° beroepskritiek: “Aldus geeft de gemeenteraad een interne tegenstrijdigheid te kennen in haar motivering. Door de verkeersonveilige situatie ter hoogte van de Mosselstraat op te merken, en tevens de noodzaak van extra verkeerskundige maatregelen te vermelden, doch finaal te besluiten dat dit niet problematisch hoeft te zijn. Opnieuw dient daarbij vastgesteld te worden dat een beoordeling hierover uitgesteld wordt naar een toekomstig ogenblik, waar een evaluatie zal plaatsvinden over de noodzaak om flankerende maatregelen te treffen. Dit terwijl de noodzaak hiertoe reeds erkend wordt, en geenszins beoordeeld noch besproken wordt hoe hieraan tegemoetgekomen wordt.”

De uitgevoerde mobiliteitsstudie bij de beroepsprocedure maakt voldoende duidelijk dat er geen problematische verkeerssituatie ontstaat ter hoogte van de Mosselstraat.

3° beroepskritiek: “Als zodanig dient vastgesteld te worden, middels de aanduiding van de rode lijn als ‘nieuwe rooilijn’ op het gevoegde rooilijnplan, dat de tuinzones niet mee opgenomen worden binnen de contouren van de nieuwe rooilijn, terwijl het wel degelijk gaat om een ‘gemeenteweg’. Door de tuinzones aldus niet op te nemen binnen de nieuwe rooilijnen zoals aangeduid op het gevoegde rooilijnplan, ligt een schending voor van artikel 12, §2 juncto de artikelen 11 en 16, §2, van het Decreet Gemeentewegen.

Het nieuwe rooilijnplan bij de beroepsprocedure is voldoende duidelijk en komt tegemoet aan de opmerkingen op het oorspronkelijk dossier.

 

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Motivering

In het kader van de opdracht “Studie voor wegenis- en rioleringswerken langs de Kortemarkstraat” werd een bestek met nr. 558 opgesteld door de ontwerper.

De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op 270.154,92 euro excl. BTW.

De uitgevoerde marktbevraging heeft finaal een samengestelde kost van 250.590,24 euro excl. BTW

Het voorstel van gunning die meegeleverd werd bij dit besluit heeft een volgende kostenverdeling

Het aandeel Fluvius bedraagt 144.574,47 euro excl. btw.
Het aandeel Lichtervelde bedraagt 63.481,51 euro excl. btw.
Het aandeel AWV bedraagt 42.534,26 euro excl. btw

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure
De opdracht werd in de markt geplaatst als een dossier in de klassieke sectoren met toepassing van de wettelijke bepalingen vervat in de Wet inzake Overheidsopdrachten

Juridische grond

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Motivering

In het kader van de opdracht “Maaien van wegbermen, grachten en bufferbekkens - dienstjaren 2025, 2026, 2027 en 2028” werd een bestek met nr. 530 opgesteld door de ontwerper.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 84.729,80 excl. btw of € 102.523,06 incl. 21% btw. per jaar  of  € 338.919,20 excl. BTW of € 410.092,24 incl. BTW voor de periode van 4 jaar.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

Juridische grond

Het Decreet van 28.01.1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen.
Het Decreet Lokaal Bestuur.

Motivering

Het positief advies van de cultuurraad van 7 oktober 2024.

Het openbaar onderzoek liep van 1 oktober tot 4 november 2024. Er waren geen opmerkingen.