Terug
Gepubliceerd op 12/12/2023

Notulen  Gemeenteraad

ma 23/10/2023 - 20:00 Raadzaal
Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
  • Openbaar

    • Leefmilieu

      • Verlenen van advies ikv ontwerp voor het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) 'Ventilus'

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 2.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening meer bepaald artikels 2.2.7, § 2.Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid van 5 april 1995.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 betreffende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan Milieueffectrapportage.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening meer bepaald artikels 2.2.1. e.v. - 2.2.7, § 2. – 2.2.9.

        Decreet van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingenstartnota voor het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Ventilus”, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 29 maart 2019.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 7 julie 2023 betreffende de voorlopige vaststelling van het GRUP Ventilus.

        Het lopende openbaar onderzoek van 29 augustus 2023 tot 27 oktober 2023.

        Motivering

        Impact op het gebruik van de ruimte onder en rondom de  hoogspanningskabels:

        - de voorschriften van het voorontwerp GRUP lieten niet meer toe om bij toekomstige evoluties in de technologie van hoogspanning alternatieve inrichtingen toe te passen. Indien de technologische vooruitgang zo evolueert dat het ondergronds brengen van de leidingen over langere trajecten eenvoudiger mogelijk is dan werken de voorschriften beperkend voor een aangepaste inrichting.

        Tijdens de plenaire vergadering werd door het Departement Omgeving in antwoord op deze vraag gewezen op een aantal mogelijke knelpunten, onder meer naar beoordeling van milieu-effecten, bijkomende infrastructuur en tracékeuze die aan andere voorwaarden moeten voldoen indien de mogelijkheid tot het ondergronds brengen zou worden opgenomen bij de stedenbouwkundige voorschriften Art. 7 Hoogspanningsleiding. Het Departement Omgeving gaf daarbij eveneens aan dat de vraag evenwel verder juridisch zou worden onderzocht.  
        In de herwerkte toelichtingsnota naar aanleiding van de voorlopige vaststelling werd ‘2.3. Technologiekeuze’ toegevoegd, waarin een verdere verantwoording/motivering wordt opgebouwd inzake de keuze voor een (gedeeltelijk) bovengronds tracé. Daarbij wordt het ontbreken van de nodige maturiteit van de HVDC-technologie (hoogspanningsgelijkstroom) binnen het tijdsvenster voor uitvoering van het Ventilus-project benoemd (horizon energie transitie 2030). In de toelichtingsnota wordt uiteengezet dat de HVDC-technologie geen gegarandeerde betrouwbare toepassing zou bieden binnen de zogenaamde timing voor het Ventilus-project (2030). Zoals hierna wordt aangetoond vormt deze toelichting/motivering geen gegronde/correcte reden om het alternatief niet verder te onderzoeken:

        Er wordt geponeerd dat de toepassing van de HVDC-technologie omtrent de hoogspanningsgelijkstroom (en dus het ondergrondse tracé) niet haalbaar zou zijn binnen de zogenaamde voorziene timing van 2030, maar er wordt op geen enkele wijze verduidelijkt waarom dit niet haalbaar zou zijn noch wordt dit aannemelijk gemaakt.

        - Bovendien laat men in de toelichtingsnota ten onrechte uitschijnen dat de zogenaamde timing voor de uitvoering van het Ventilusproject tegen 2030 een bindende timing zou zijn.

        Deze timing wordt immers niet voorzien in de plandoelstelling zoals in de toelichtingsnota wordt beweerd.

        De timing van uitvoering van het Ventilusproject tegen 2030 wordt verder gekoppeld aan het feit dat het Ventilusproject o.a. noodzakelijk is voor het aan land aansluiten van hernieuwbare energie van nieuwe offshore windparken op het 380kV-net (de zogenaamde energietransitie). Men doet uitschijnen in de toelichtingsnota dat de energietransitie moet gerealiseerd zijn tegen 2030 zodat het Ventilusproject uiterlijk 2030 moet uitgevoerd zijn, maar ook de timing van de energietransitie is niet bindend, maar louter indicatief.

        - Er kan verder geen garantie worden geboden dat de voorziene timing van de uitvoering van het Ventilusproject tegen 2030 realistisch is en dat het Ventilusproject überhaupt tegen 2030 uitvoerbaar zou zijn. Alvorens de bovengrondse lijn kan worden geplaatst, moet immers niet enkel het GRUP definitief worden vastgesteld (waarbij er verschillende beroepsmogelijkheden voorzien zijn), maar moet er ook een omgevingsvergunning worden verleend (waarbij er opnieuw beroepsmogelijkheden zijn).

        Met andere woorden aangezien er geen bindende timing, maar hoogstens een indicatieve timing speelt voor de uitvoering van het Ventilusproject, is er  geen reden om een minder schadelijk alternatief dat op relatief korte termijn ontwikkeld kan worden – zijnde de optie van een ondergronds tracé via HVDC-technologie - niet als redelijk alternatief te beschouwen en te onderzoeken. Er moet worden geïnvesteerd in de HVDC-technologie zodat dit zo rap mogelijk kan worden toegepast. Minstens is het in het licht van het zorgvuldigheidsbeginsel aangewezen om (de uitvoering van) het GRUP on hold te zetten tot de aanleg van een ondergronds tracé – dat hoogstwaarschijnlijk het meest milieuvriendelijke alternatief is - wel mogelijk is.

        Uit de definitie van plan-MER zoals voorzien in artikel 4.1.4 §1, 7° DABM volgt dat in een plan-MER de milieueffecten van de redelijkerwijze in overweging te nemen alternatieven moeten worden onderzocht. In de handleiding “Alternatieven in de milieueffectrapportage” opgesteld door de dienst Mer[1] wordt (terecht) verduidelijkt dat er bij het bepalen van redelijke alternatieven rekening moet worden gehouden met verwachte ontwikkelingen. Niet enkel geografische alternatieven (op basis van locatie) of inrichtingsalternatieven (op basis van de uitvoering van het project) zijn mogelijk te onderzoeken alternatieven, maar ook termijnalternatieven moeten indien relevant worden onderzocht. Het ondergronds tracé met gelijkstroom lijkt op termijn het meest milieuvriendelijke alternatief waardoor dit alternatief niet zonder redelijke of wetenschappelijk onderbouwde verantwoording of enkel op basis van (vage) timings-redenen kan worden verworpen (RvS Piers, 20 december 2010, nr. 209.866 en RvS Angenon, 20 december 2010, 209.868). Indien er geen volwaardig onderzoek wordt gevoerd naar een alternatief met een volledig ondergronds tracé wordt het zorgvuldigheidsbeginsel en artikel 1.2.1 § 2 DABM[2] geschonden.

        Op vandaag en bij uitvoering van het Ventilus-project kan de HVDC-technologie dan wel als niet matuur genoeg worden beschouwd - hoewel ook dit in vraag dient te worden gesteld - maar dit mag wat betreft het gemeentebestuur niet per definitie betekenen dat toekomstige aanpassingen en vernieuwingen aan de infrastructuur (zijnde omschakeling van bovengronds naar ondergrondse hoogspanningslijnen) door de beperkingen in het GRUP onmogelijk worden gemaakt. Minstens moet er in het GRUP op verordenende wijze worden voorzien dat er rekening moet worden gehouden met technologische vernieuwing en met de toekomstige mogelijkheden tot ondergrondse alternatieven waarbij de optie wordt opengelaten dat - van zodra het technisch haalbaar is om een ondergronds tracé uit te voeren - dit alternatief kan worden benut zonder dat er een nieuw planningsinitiatief is vereist.

        Ten opzichte van het voorontwerp GRUP vond in het ontwerp GRUP evenwel geen aanpassing plaats in de stedenbouwkundige voorschriften voor Art. 7 Hoogspanningsleiding. Daarnaast ontbreekt ook enige verwijzing naar en/of duiding van juridisch onderzoek naar de mogelijkheden tot opname van een ondergronds alternatief in de voorschriften bij Art. 7 Hoogspanningsleiding, dit in tegenstelling tot wat op de plenaire vergadering door het Departement Omgeving werd geponeerd. Het gemeentebestuur betreurt dit opnieuw ten zeerste en blijft zodoende in vraag stellen hoe het voorliggend GRUP überhaupt toekomstgericht kan zijn.

        - In het voorontwerp GRUP werd  de locatie van de masten moet nog niet bekeken/bepaald . Dit moest bepaald worden bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. De masten an sich zijn het meest hinderlijk/storende inrichtingen in de omgeving.

        Rekening houdend met het vorige waren we binnen het gegeven advies van de plenaire vergadering van mening dat de betrokken projectzone beter wordt gereserveerd als zone openbaar nut met onderliggende agrarische bestemming conform gewestplan.

        - Het gebruik van de zones onder en langs de hoogspanningsleidingen blijven ingeschreven onder hun oorspronkelijke bestemming, maar worden door de op heden nog niet duidelijk om/beschreven beperkingen in het voorontwerp GRUP,  sterk beperkt in hun gebruik. Zo zijn landbouwers minder vrij in het besproeien  van hun akkers met water wat nadelig is en de landbouwfunctie beperkt. Het voorontwerp GRUP liet  uitschijnen dat naast de inname van de draagmasten er weinig hinder is voor de onderliggende en naastliggende  functies in de eerste 100 meter van de hoogspanningskabel.

        Het ontwerp GRUP vermeld vervolgens het volgende

        • Art. 7 wordt aangeduid als een overdruk die geen eigen bestemmingscategorie omvat, maar daarentegen de bestemmingscategorie van de grondkleur volgt, waarbij de oorspronkelijke/onderliggende bestemming ten uitvoering mogelijk blijft. Voor Lichtervelde komt dit grotendeels, zo niet voor alle getroffen percelen, neer op een te behouden agrarische bestemming conform het Gewestplan Roeselare-Tielt. In artikel 7.1. ‘Bepalingen over de bestemming’ wordt dit verder uitgeschreven als “De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht”. De goede verstaander kan voor wat betreft de mastlocaties hier makkelijk een bestemmingswijziging in lezen zonder dat het expliciet als bestemmingswijziging wordt opgenomen in het planvoorstel. Dit in tegenstelling tot de verschillende opstijgpunten, die een herbestemming naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen ondergaan. In welke mate kan de inname van een agrarisch gebied zomaar, zonder de concreet te wijzingen bestemmingszones op te nemen binnen het grafisch plan? Temeer de getroffen percelen aangeduid zijn als herbevestigd agrarisch gebied (HAG) waartoe binnen het kader van omzendbrief RO/2010/01/ bijkomende compensatie in functie van de ruimtebalans dient te worden voorzien in het geval een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd. Behoudens vergissing ontbreekt een navenant compensatievoorstel binnen het voorliggend planvoorstel.

        Het gemeentebestuur verwelkomt de duiding en bijkomende motivering vanuit het Departement Omgeving inzake de bestemmingsmatige overdruk. Desalniettemin blijft het gemeentebestuur van oordeel dat, hoewel dit vanuit een juridisch-technisch oogpunt correct is, de inplanting van infrastructuur een blijvende impact heeft op de agrarische bestemming en het landgebruik, zowel door de inplanting van masten als door de geldende sectorale veiligheidsafstanden om nieuwe constructies, bvb stallen, op te kunnen trekken. De bij de stedenbouwkundige voorschriften ‘Art. 7.2. Bepalingen over de inrichting’ omschreven inplantingsprincipes dienen zodoende strikt te worden toegepast.

         Impact op het karakter en de inrichting van de omgeving

        - Het voorontwerp-GRUP houdt onvoldoende rekening met de visuele impact van de bestaande elementen. Landschapselementen die kenmerkend zijn voor de omgeving worden visueel sterk aangepast .

        - De militaire RADAR bij het afrittencomplex is een visueel herkenningspunt van de gemeente. De functie van de radar wordt hierbij niet aangetast, maar de hoogspanningsleiding zorgt wel voor een zeer sterke aantasting van dit herkenningspunt/baken van Lichtervelde.

        - Onder en langs de zone voor de hoogspanningsleiding zijn landschapselementen zoals dreven met bomen en hagen aanwezig die de visuele hinder vanuit de omgeving op de E403 beperken. De inplanting van de hoogspanningsleiding zal er voor zorgen dat de huidige inrichting ingrijpend zal gewijzigd worden en veel van het bestaande groen zal verdwijnen.

        - De impact van de aanwezigheid van de hoogspanningsleiding zal de bestaande compenserende inrichting naar de autosnelweg inperken wat de hinder van de E403 opnieuw vergroot.
        - in het voorontwerp-GRUP is er sprake van landschappelijke inrichting om de visuele hinder te beperken vanuit de woonkernen. Dit zou ingepland worden op variërende afstanden van de ingetekende zone en deel uitmaken van een inrichtingsstudie. Deze zones worden niet verordenend aangeduid, maar als inrichtingsprincipes verordenend vastgelegd. Meer gedetailleerde plannen ontbreken waardoor we van mening zijn dat de inrichtingswerken niet beperkt worden tot de aangeduide zone voor de hoogspanningsleiding, maar breder inrichtingswerken met zich zal meebrengen die tot onzekerheden kunnen leiden voor de ruimere omgeving verder van de mast over de toekomstige inrichting. Het is op dit moment niet duidelijk hoe deze inrichting in de praktijk zal uitgevoerd worden rekening houdend met de huidige eigenaars van de betrokken locaties die op heden ongekend zijn.

        De effectieve ruimtelijke impact op het gemeentelijk grondgebied was bij het voorontwerp GRUP uiterst onduidelijk. Dit blijft in het ontwerp onduidelijk. Het voorkeurstracé is alvast gekend, maar het aantal masten op het gemeentelijk grondgebied alsook de van toepassing zijnde types/klasses, zoals ze worden beschreven in de scopingnota, en de concrete mastlocaties zijn nog steeds niet gekend. Zodoende blijven wij inzicht ontbreken over het aantal landbouwpercelen en eigenaren die getroffen zullen worden door de oprichting van enige infrastructuur. Reeds in de startnota en ook tijdens de Q&A op 8/05/2023 werd verwezen naar het feit dat deze technische uitwerking geen onderdeel kan uitmaken van de voorliggende GRUP-procedure maar duidelijk moet worden uit de omgevingsvergunningsaanvraag die, nota bene op basis van dit GRUP, door Elia zal moeten worden aangevraagd. Vanuit een louter planologisch-procedureel oogpunt kunnen we dit enigszins begrijpen. Het gemeentebestuur acht het evenwel onbegrijpelijk dat bij een dergelijk grootschalig dossier als Ventilus, met een dermate noemenswaardige impact op het West-Vlaamse landschap en haar bevolking, op vandaag geen enkele bijkomende duidelijkheid kan worden geboden over de ruimtelijke impact op een gedetailleerd planniveau. Het is immers nogal evident dat dergelijke elementen zeer bepalend zijn voor de impact die de hoogspanningslijnen op hun omgeving zullen hebben. Zodoende stellen zich belangrijke vragen op ruimtelijk vlak, aangaande de milieueffecten en de invloed op de resterende gebruiksmogelijkheden van percelen. Uitgaande van het zorgvuldigheids- en het rechtszekerheidsbeginsel dient er op het ruimtelijk planningsniveau reeds een antwoord en oplossing geboden worden voor die vragen en onduidelijkheden die op het ogenblik van het opmaken van het plan gekend zijn. Daarenboven wordt het GRUP Ventilus uitsluitend opgemaakt in functie van de realisatie van deze specifieke hoogspanningsverbinding en haar noodzakelijke constructies. Het is dus niet zo dat, na definitieve goedkeuring van het GRUP, een breed gamma aan opties en invullingen beschikbaar zullen zijn.

        Dit werd opnieuw bevestigd door het Departement Omgeving tijdens de plenaire vergadering en blijvend opgenomen in het ontwerp GRUP. Het standpunt en de vraagstelling van het gemeentebestuur blijft zodoende eveneens ongewijzigd. Het voorliggend GRUP biedt geenszins inhoudelijke duidelijkheid, noch rechtszekerheid voor de betrokken bewoners. Nochtans heeft de Raad van State reeds meermaals bevestigd dat planningsinitiatieven alle elementen moeten bevatten die het mogelijk maken om de concrete inplanting met de daarbij horende hinder te kunnen bepalen zodat er milderende maatregelen kunnen worden opgelegd die op rechtszekere wijze tegemoetkomen aan eventuele impact die omwonenden zouden ervaren. Zie o.a. RvS De Groof e.a., nr. 170.723 van 3 mei 2007:

        dat, indien de gemeenteraad vaststelt dat een ontworpen bijzonder plan van aanleg ernstige problemen doet rijzen vanuit het oogpunt van de hinder voor bepaalde eigenaars, hij in het betrokken plan zelf de nodige voorschriften dient op te nemen om de hinder binnen aanvaardbare grenzen te houden; dat het aan de minister staat om zich ervan te vergewissen dat het aan hem voorgelegde plan aan dat vereiste voldoet; dat de genoemde overheden aan de op hen rustende zorgvuldigheidsplicht tekortkomen, indien zij wel vaststellen dat het plan aanleiding kan geven tot het ontstaan van hinder, doch nalaten daarvoor op een rechtszekere manier een oplossing te bieden

        Of nog (RvS Van de Veire e.a., nr. 223.532 van 21 mei 2013):

        “Zoals gesteld in ’s Raads arrest nr. 211.217 van 14 februari 2011, dient de provincieraad, indien hij vaststelt dat een PRUP een belangrijke impact heeft op de landbouw omwille van de inname en het doorsnijden van landbouwgronden en dat het noodzakelijk is om een project uit te werken dat voorziet in milderende maatregelen, in het betrokken plan zelf de nodige voorschriften op te nemen om deze impact binnen aanvaardbare grenzen te houden. Het staat aan de bevoegde minister om zich ervan te vergewissen of het aan hem ter goedkeuring voorgelegde plan aan die vereiste voldoet. De genoemde overheden komen aan de op hen rustende zorgvuldigheidsplicht tekort indien zij enerzijds wel vaststellen dat er een belangrijke impact is op de landbouw en dat het doorsnijden van kavels vooral problematisch is voor melkveebedrijven wanneer het gaat om huiskavels, doch anderzijds het plan wel definitief aannemen, respectievelijk goedkeuren, zonder dat in het plan zelf op een rechtszekere manier de door die overheden nodig geachte flankerende en milderende maatregelen worden voorzien of concreet in het vooruitzicht worden gesteld.”

        In het Ventilusproject is er reeds bekend dat de eigenaars/gebruikers van de percelen waar masten zullen worden geplaatst hinder zullen ondervinden (o.a. inname van het perceel). Echter doordat het plan vaag blijft op dat vlak en de concrete inplanting van de masten nog niet wordt voorzien in het ontwerp-GRUP kan de daarbij horende hinder nog niet op adequate wijze ingeschat. Nochtans zijn er milderende maatregelen nodig om deze hinder te beperken.  

        Eveneens gerelateerd aan de op vandaag blijvende onduidelijke impact op perceel niveau wordt in de lijst met standaardmaatregelen – rubriek Mens-ruimtelijke aspecten gesteld dat “De hoogspanningslijnen en- masten worden in functie van de landbouwactiviteiten hoger ontworpen dan wettelijk minimaal vereist. Boven landbouwgrond wordt bij het bepalen van de hoogte van luchtlijnen rekening gehouden met de hoogte van moderne landbouwmachines.”. Dient hierbij te worden begrepen dat, binnen het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag, Elia in overleg zal treden met elke individuele eigenaar en/of grondgebruiker ter overweging van de noodzakelijke minimale vrije hoogte? De voorschriften blijven in die zin uitermate vaag, zowel wat betreft de technische aspecten van de constructies, als de verantwoordelijkheden/bevoegdheden tot afstemming met het landgebruik.

        Tijdens de plenaire vergadering heeft het gemeentebestuur mogen vernemen dat Elia met de betrokken landbouwers in gesprek gaat om de hoogte van de leidingen af te stemmen op de landbouwmachines en het landgebruik. Dit wordt bevestigd in het ontwerp GRUP in rubriek ‘2.5 Verwerving en onteigening’, alsook in de stedenbouwkundige voorschriften ‘7.2. Bepalingen over de inrichting’. Het gemeentebestuur verwelkomt deze participatieve houding en zal er mee op toe zien dat de betrokken landbouwers effectief gehoord worden. Evenwel stelt zich ook de vraag of de hoogte tussen de verschillende masten zodoende telkenmale zal variëren en welke visuele impact dit zal hebben op de directe en verdere omgeving. De plannende overheid schuift de verantwoordelijkheid in principe door naar de vergunningsaanvrager waardoor de eigenaars afhankelijk worden gesteld van de goodwill en medewerking van de vergunningsaanvrager zelf.

        In navolging van de plenaire vergadering werd ook in de toelichtingsnota volgende tekst opgenomen onder rubriek 2.5. Verwerving en onteigening: In functie van landschappelijke inpassing zal Elia landschapsmaatregelen nemen in de ruimere omgeving van de nieuwe bovengrondse hoogspanningsleidingen en -stations. De landschappelijke inpassing in de ruimere omgeving zal in samenspraak met de lokale belanghebbenden (gemeenten, eigenaars van terreinen en andere betrokkenen) worden ontwikkeld. Voor de realisatie van de landschapsmaatregelen zullen op projectniveau op basis van vrijwilligheid individuele overeenkomsten afgesloten worden met eigenaars van de desbetreffende percelen.
        Daarnaast wordt in 5.4.1. verwezen naar de voorbereiding van de opmaak van een overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en Elia, waarin Elia zich zou engageren om te onderzoeken op welke manier de visuele impact van het Ventilus-project op het landschap maximaal kan beperken én om de aanpak van de beperking van de visuele impact op het landschap met de betrokken gemeenten uit te werken. Deze overeenkomst zou op het moment van definitieve vaststelling van het GRUP Ventilus ondertekend worden door beide partijen.
        Op basis van deze info stelt het gemeentebestuur vast dat de impact van het Ventilus project op het terrein ruimer zal zijn dan louter het in openbaar onderzoek voorliggende tracé. De eigenaars/gebruikers van de percelen waar er landschappelijke integratie zal komen, zullen eveneens worden geïmpacteerd door bv. groeninrichting die op hun perceel zal worden voorzien. Door deze groeninrichting zal er een deel van hun perceel niet langer beschikbaar zijn. De impact op het perceel zal mede afhankelijk zijn van het type groeninrichting wat op vandaag evenmin bekend is. Er wordt niet bepaald op wie de onderhoudsplicht zal rusten voor de groeninrichting. Doordat het plan (opnieuw) vaag blijft op dat vlak en de concrete inplanting van de zones voor landschappelijke integratie nog niet worden voorzien in het ontwerp-GRUP kan de daarbij horende hinder/impact nog niet op adequate wijze ingeschat (zie hoger toelichting omtrent locatie van de masten). Nochtans zijn er reeds milderende maatregelen nodig om deze hinder/impact te beperken.

        Daarenboven brengt dit met zich mee dat deze eigenaars van mogelijk geïmpacteerde percelen op vandaag niet noodzakelijkerwijs met kennis van zaken een standpunt kunnen innemen tijdens het openbaar onderzoek. Zodoende biedt het voorliggende GRUP ook voor wat dit aspect betreft niet afdoende inhoudelijke duiding, noch rechtszekerheid.
        Eveneens dient te worden vastgesteld dat de gemeenten plots mee verantwoordelijk worden gesteld als partners bij de uitvoering van de visuele buffering van het Ventilus-traject, zonder hier voorafgaandelijk bij betrokken te zijn geworden. Welke garanties worden er daarnaast in het GRUP geboden dat de genoemde afsprakenkaders daadwerkelijk tot stand zullen komen en zullen worden bekrachtigd vóór de definitieve vaststelling van het GRUP? Eventuele bijkomende afspraken en/of toelichting die wordt gegeven buiten de verordende voorschriften hebben geen bindende kracht en bieden dus geen garantie op uitvoering (zie specifiek inzake bijkomende informatie in de toelichtingsnota o.a. RvVb 4 mei 2020, nr. RvVb/UDN/1920/0805).

        Tot slot is het begrip ‘vrijwilligheid’ te onduidelijk of niet sluitend genoegd in relatie tot het effectief visueel bufferen van de hoogspanningsleiding. Uitgaande van vrijwillige medewerking kan een eigenaar niet akkoord gaan met beplanting op zijn/haar eigendom dat als gewenst en geschikt werd bevonden ifv visuele buffering. Daarmee wordt de effectieve buffering in het gedrang gebracht. Is het Departement omgeving van oordeel dat zodoende effectief geen geschikte buffering dient te worden voorzien, of acht het Departement dat er in se een indirecte verplichting voor de eigenaars zal gelden?

         De problematiek wordt in het GRUP opnieuw vooruit geschoven, terwijl het op planniveau al duidelijk is dat er zich problemen zullen stellen (zie hoger RvS De Groof e.a., nr. 170.723 van 3 mei 2007 en RvS Van de Veire e.a., nr. 223.532 van 21 mei 2013).

        Compenserende maatregelen en andere vergoedingen:

        - In het advies van op de plenaire vergadering werd de afwezigheid van een duidelijk kader voor de planschade aangegeven

        - Het voorontwerp GRUP beschrijft het systeem van de minwaarde (planschade) en de meerwaarde(planaten)-vergoeding. In het GRUP wordt nog geen uitspraak gedaan over effectieve vergoedingen en de procedure voor de ingenomen ruimte van de eigenaars bij  de minnelijke verwervingen of onteigeningen die noodzakelijk zullen zijn voor de inrichting. Ook over de toekenning van de planschade voor de getroffen percelen of de aangrenzende gebieden is nog geen duidelijkheid.

        Het gemeentebestuur stelt vast dat in de toelichtingsnota bij het ontwerp-GRUP wordt verwezen naar verschillende voorstellen van de Vlaamse Regering en een aantal op 7 juli door haar genomen beslissingen tot initiatief dan wel besluit. Er blijft evenwel grote onduidelijkheid over de inhoud en onzekerheid over de effectieve timing vóór definitieve vaststelling van het GRUP. Het gemeentebestuur bevestigd zodoende haar conditio sine qua non van deze kaders voor de definitieve vaststelling van het GRUP en betreurt daarenboven dat deze niet beschikbaar zijn in de context van het openbaar onderzoek. Daar dit openbaar onderzoek het laatste participatieluik betreft in de opmaak procedure voor het GRUP, behoudens enige mogelijkheid tot beroep, maakt het noodzakelijk dat de betrokken bewoners over het integrale dossier duidelijkheid en zekerheid hebben op het moment van inzage. Dit is allesbehalve het geval.

        Impact op mens en gezondheid:

        Er werd in de aangevulde documenten een uitgebreidere verwijzing opgenomen over het voorzichtigheidsprincipe en de door het Departement onderzochte gezondheidscontext opgenomen, alsook de opmaak van een afsprakenkader voor chronische blootstelling (cf. hoger). Het gemeentebestuur benadrukt de hoogdringendheid van deze afsprakenkaders ifv het bieden van duidelijkheid aan de betrokken bewoners. Dat deze op vandaag, in de context van het openbaar onderzoek, nog niet afgerond werden brengt een hoge graad van onduidelijkheid en onzekerheid met zich mee.

        De overheid heeft de verantwoordelijkheid om passende bindende maatregelen op te leggen die de nodige bescherming bieden voor mens en milieu. In een recent arrest van 15 juni 2023 met nummer RvVb-A-2223-0977 heeft de RvVb zich gebogen omtrent de beoordeling van de gezondheidsimpact van een aangevraagde hoogspanningslijn op de omgeving. De RvVb heeft hierbij bevestigd dat er geen onomstotelijk bewijs moet zijn op schadelijke effecten opdat de overheid passende actie moet ondernomen om potentiële gevaren voor mens en milieu aan te pakken.

        “Het in artikel 1.2.1, §2 DABM opgenomen voorzorgsbeginsel, afkomstig uit het Europees gemeenschapsrecht en geïntroduceerd in het milieurecht, verwijst enerzijds naar risicobeheer en anderzijds naar de onzekerheid met betrekking tot het reële bestaan van risico’s. Dit beginsel van milieubeleid houdt in dat de overheid niet hoeft te wachten met het nemen van milieubeschermende maatregelen tot er een onomstotelijk bewijs geleverd is van schadelijke effecten, en legitimeert het handelen van de overheid om bepaalde mogelijk schadelijke activiteiten te reguleren. Het voorzorgsbeginsel speelt een sleutelrol in het voeren van een preventief milieubeleid en houdt in dat de overheid niet moet wachten op een wetenschappelijke consensus om potentiële gevaren voor het milieu aan te pakken: ernstige aanwijzingen zijn voldoende (Parl.St. Vl.Parl. 1994-95, nr. 718/1, 25).”

        Omtrent de effecten van de stralingen en de maatregelen die moeten worden genomen om het schadelijke risico te beperken is het GRUP op heden nog steeds tegenstrijdig.

        Het standpunt blijft behouden dat er geen milderende maatregelen nodig zouden zijn. Toch wordt er meermaals in de toelichtingsnota herhaald dat er wordt getracht om “zo veel mogelijk te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waar er langdurige blootstelling is aan meer dan 0,4 μT” wat aantoont dat er (evident) toch schadelijke gevolgen worden verwacht. Recent werd er in het GRUP toegevoegd dat er een afsprakenkader is opgemaakt voor netbeheerders voor chronische blootstelling waarbij de netbeheerders onder meer ertoe worden gehouden om afdoende maatregelen te nemen om bij nieuwe netelementen een jaargemiddelde richtwaarde van 0.4 µT te respecteren. Er wordt verder in de toelichtingsnota opgemerkt dat er in VLAREM II bijkomende normering zal worden voorzien voor acute blootstelling aan straling van hoogspanningslijnen en er zou een monitoringssysteem worden ingevoerd.

        Niet enkel bieden voormelde recent in de toelichtingsnota aangevulde maatregelen  geen oplossing voor de problematiek in het dossier (waaromtrent verder meer), maar er worden opnieuw geen verordenende voorschriften aan gekoppeld zodat er (opnieuw) hoogstens sprake kan zijn van enkele niet-bindende beloftes die geen enkele garantie bieden op bescherming voor de gezondheid van de mens en milieu.

        Zelfs indien de voorziene maatregelen bindend zouden zijn, zijn ze ontoereikend:

        - Het afsprakenkader voor de netbeheerders met als doelstelling om chronische blootstelling te vermijden waarvan sprake in de toelichtingsnota is op vandaag nog steeds niet ondertekend en heeft dus geen enkele waarde. Dit creëert rechtsonzekerheid. Het afsprakenkader focust bovendien op (maatregelen bij) de aanleg van de hoogspanningslijnen en niet op de latere blijvende impact van het gebruik ervan. Bovendien worden er geen sancties voorzien als blijkt dat de 0,4 µT-norm chronische blootstelling (onverwacht) toch zou worden overschreden.

        - De verwachte/aangekondigde wijziging in VLAREM II betreffende de magnetische velden van hoogspanningsverbindingen[3] kan evenmin de nodige bescherming bieden.

        Niet enkel werd het besluit tot op heden nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad wat betekent dat het nog niet van kracht is noch afdwingbaar is. Er mag dus niet geponeerd worden dat dit op vandaag als regelgevend kader kan gehanteerd worden.

        Bovendien is er in het ontwerp van wijzigingsbesluit voorzien dat er een norm zal worden ingevoerd voor acute blootstelling (100 µT), maar er ontbreekt normering voor chronische blootstelling (0,4 µT) wat net de problematiek vormt in het Ventilusproject.

        - In de toelichtingsnota en in het niet-ondertekende afsprakenkader lezen we het dat er een monitoringssysteem zou worden ingevoerd om de blootstelling aan magnetische velden op te volgen (toelichtingsnota p. 4, Afsprakenkader p. 2) :  “parallel aan dit GRUP wordt een monitoringssysteem uitgerold zoals aangekondigd in de nota aan de leden van de Vlaamse Regering van 9 september 2022 en de mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering van 18 november 2022. Dit monitoringssysteem maakt geen onderdeel uit van voorliggend GRUP”. en "Het Departement Omgeving start binnenkort met de uitrol van de proefopstelling van een monitoringsnetwerk met sensoren.” 

        Aangezien het monitoringssysteem geen deel uitmaakt van het GRUP kunnen we enkel aannemen dat de toepassing van het systeem opnieuw geen bindende werking zal hebben.  Dergelijke monitoringssysteem kan louter data registreren, maar kan uiteraard geen bescherming bieden voor personen die langdurig zouden blootgesteld worden aan meer dan 0,4µ. Bovendien worden er geen maatregelen voorzien als blijkt dat de 0,4 µT-norm chronische blootstelling (onverwacht) toch zou worden overschreden.

        Samenvatting:

        In het advies op het voorontwerp GRUP heeft de gemeente een aantal voorwaarden gesteld om het GRUP eventueel een volledig gunstig advies toe te kennen.

        Het ontwerp- GRUP biedt onvoldoende een antwoord op de verwachtingen en voorwaarden van de gemeente Lichtervelde en moet dus ongunstig geadviseerd worden.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. De gemeenteraad verleent ongunstig advies over het ontwerp van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Ventilus” op basis van de vermelde motivering.

        Art.2. Dit advies wordt overgemaakt aan de Vlaamse Regering via het digitaal platform.

    • Gezin

      • Gemeentelijke buitenschoolse kinderopvang “De Duiventil” – Goedkeuren aanpassing huishoudelijk reglement

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Het Decreet Lokaal Bestuur.

        Het huishoudelijk reglement, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 juni 1995, gewijzigd bij besluit van 28 mei 1996, 6 juli 1998, 22 maart 1999, 18 juni 2000, 26 augustus 2002, 31 augustus 2004 en 27 september 2004, 28 augustus 2006, 29 mei 2007, 22 juni 2009, 30 augustus 2010, 25 maart 2013 en 25 november 2013, 25 februari 2015, 29 april 2019 en 26 juni 2023.

        Motivering

        Huishoudelijk reglement als bijlage

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. Het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke buitenschoolse kinderopvang ‘De Duiventil’ wordt vastgesteld, zoals weergegeven in bijlage.

        Art.2.  Het nieuwe reglement gaat in vanaf 1 november 2023.

        Art.3. Afschrift van dit besluit wordt aan elke gebruiker bezorgd bij de inschrijving.

    • Intergemeentelijke Samenwerking

      • Fluvius OV - Buitengewone Algemene Vergadering 6 december 2023 - Vaststelling mandaat - Goedkeuren agendapunten

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Decreet Lokaal Bestuur, artikel 432, alinea 3.

        Motivering

        De ter beschikking gestelde documentatie

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius OV d.d. 6 december 2023:

        1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2024 alsook van het door de raad van bestuur opgestelde budget 2024.
        2. Statutaire benoemingen.
        3. Statutaire mededelingen.

        Art.2. De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de digitale Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius OV op 6 december 2023 (of iedere andere datum waar op deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

        Art.3. Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

      • TMVS dv - Buitengewone Algemene vergadering op 12 december 2023 - Goedkeuren agenda en vaststellen mandaat van vertegenwoordiger

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Het Decreet Lokaal Bestuur.

        De statuten van TMVS dv.

        Motivering

        De beschikbaar gestelde documenten.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van 12 december 2023 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :

        1. Wijziging van vermogen
        2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
        3. Evaluatie 2023, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2024 (cfr. artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
        4. Begroting 2024 (cfr. artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
        5. Statutaire benoemingen
        6. Statutenwijziging
        6.1.   Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking
        6.2.   Nieuwe tekst van de statuten
        7. Overboeking van het (oorspronkelijk) vast kapitaal (rekening 111 Onbeschikbare inbreng buiten het kapitaal) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
        8. Overboeking van de in het verleden aangelegde wettelijke reserves (rekening 1311 Statutair onbeschikbare reserves) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
        9. Volmachten
        Varia

        Art.2. De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 12 december 2023, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

        Art.3. Een afschrift van dit besluit zal gestuurd worden:

        • hetzij per post t.a.v. FARYS | TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent,
        • hetzij per elektronische post, 20231212BAVTMVS@farys.be,
      • De Watergroep - Buitengewone Algemene Vergadering op 15 december 2023 - Goedkeuren agendapunten en mandaat van vertegenwoordiging

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Het Decreet Lokaal Bestuur.

        Motivering

        De ter beschikking gestelde documenten.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. Zijn goedkeuring te verlenen aan de agenda met bijhorende stukken, die voorgelegd worden op de Bijzonder Algemene Vergadering van de Watergroep op 15 december 2023.

        • Oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht ‘Waterunie Operator’
        • Goedkeuring wijziging van de statuten van de cv Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
        • Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen. 

        Art.2. De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de bijzonder algemene vergadering van de Watergroep op 15 december 2023 op te dragen zijn/haar stem­gedrag af te stemmen op de beslissingen ge­no­men in de gemeente­­raad van heden.

        Art.3. Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de De Watergroep.

      • Zefier - Buitengewone Algemene Vergadering 19 december 2023 - Vaststellen mandaat van vertegenwoordiger en goedkeuren agendapunten

        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
        Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
        Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
        Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
        Juridische grond

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en in het bijzonder op artikel 41.

        Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, artikel 180.

        Statuten van de cvba Zefier inzonderheid de artikelen 26, 27 en 28.

        Motivering

        De ter beschikking gestelde documenten.

        Naar aanleiding van de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV”) dient Zefier uiterlijk tegen 1 januari 2024 haar statuten in overeenstemming te brengen met de dwingende bepalingen van het WVV.

        In dat verband heeft de raad van bestuur van Zefier een ontwerp van statutenwijziging voorbereid, waarvan de ontwerptekst samen met een artikelsgewijze toelichting, een verslag betreffende de soorten van aandelen en een verslag betreffende coöperatieve finaliteit aan de stad/gemeente werden overgemaakt. Daarin stelt de raad van bestuur onder meer voor Zefier te laten voortbestaan als een coöperatieve vennootschap, aangezien Zefier kan worden geacht een coöperatieve finaliteit te hebben.

        De wijzigingen aan de statuten van Zefier dienen notarieel te worden vastgesteld op een buitengewone algemene vergadering van Zefier. Deze algemene vergadering strekt er louter toe de wijzigingen zoals die zijn voorgesteld door de raad van bestuur goed te keuren. Om die reden en teneinde de praktische implementatie van de statutenwijziging te vereenvoudigen, stelt de raad van bestuur aan de vennoten van Zefier voor om een volmacht te verlenen teneinde de  gemeente te vertegenwoordigen op deze buitengewone algemene vergadering.

        Er zijn geen bezwaren voorhanden om de goedkeuring van de voorgelegde agendapunten te weigeren.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, Ivan Vandenbussche
        Voorstanders: Ria Beeusaert-Pattyn, Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Art.1. De tijdige ontvangst te bevestigen van de oproeping voor de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 met bijhorende agenda en stukken.

        Art.2. Kennis te nemen van de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 en van de bijhorende stukken. De in deze stukken opgenomen motivering wordt bijgetreden.

        Art.3. De statutenwijziging van Zefier zoals zij werd voorgelegd integraal goed te keuren.

        Art.4. De heer Philippe Rossie, secretaris van Zefier, iedere advocaat of medewerker van het advocatenkantoor Stibbe (met zetel te Loksumstraat 25, 1000 Brussel) en iedere medewerker van het notariskantoor Berquin (met zetel te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel), alleen handelend en met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, als afgevaardigde aan te duiden op de buitengewone algemene vergadering van Zefier, waarbij de afgevaardigde handelt volgens de steminstructies van de gemeenteraad.

        Art.5. Opdracht te geven aan de afgevaardigde om op de buitengewone algemene vergadering van Zefier alle punten van de agenda goed te keuren. Eveneens opdracht te geven aan de afgevaardigde om alle overige handelingen en/of transacties te stellen die nodig zijn of nuttig kunnen zijn in het kader van de voorgenomen buitengewone algemene vergadering.

  • Vraagstelling

    • Vraagstelling en mededelingen in toepassing van artikel 11 van het huishoudelijk reglement

      Aanwezig: Ria Beeusaert-Pattyn, Burgemeester-voorzitter
      Steven Bogaert, Els Kindt, Steven Kindt, Ann Gunst, schepenen
      Hans Delameilleure, Jos Goethals, Johan Vandenbussche, Marc Dereere, Guido Vanwalleghem, Veroniek Vanrobays, Sofie Steurbaut, Delphy Denoo, Bart Verhaeghe, Thijs Deklerck, Ria Ghesquiere, Lies Delameillieure, Koenraad Coussée, Gaby Vandekerckhove, raadsleden
      Ivan Vandenbussche, Algemeen Directeur
      Besluit

      1. Raadslid Vandekerckhove vraagt aandacht voor de werken in de Koolskampstraat. Tijdens de werken zou het veiliger zijn om de openbare verlichting te laten branden.

      Schepen Steven Kindt antwoordt dat we ons best doen om de hinder tijdens de werken te beperken. We besparen momenteel op verlichting. Dit was indertijd een kost. Zomaar de programma's veranderen kan niet en zou opnieuw kosten genereren. Als de verledding rond is, hebben we hier wel mogelijkheden. Er zal zeker met de aannemer afgesproken worden om de nodige verlichting te voorzien tijdens de grote werken en ook eventueel voor de voorziene omleiding. We onderzoeken ook de mogelijkheid om de Koolskampstraat voorrang te geven.

      Aanvullend wordt gevraagd naar de stand van zaken inzake de verledding.

      Schepen Kindt antwoordt dat dit momenteel zou zo'n 30% zijn, maar is niet precies te berekenen, dit gebeurt veel in onderaanneming. We houden vinger aan de pols. Einddatum is vervroegd van 2030 naar 2028.

      2. Raadslid Deklerck vraagt naar de verschillende adviesraden. Sommige raden komen wel echt weinig bijeen. Kan er geen jaarkalender opgesteld worden voor elk van de adviesraden. Er zijn voor elk van de adviesraden wel thema's genoeg om te bespreken.

      De Burgemeester antwoordt dat voor enkele adviesraden dit reeds gebeurt. We kunnen dit wel bekijken om dit te voorzien. We kunnen de data opnemen in een besluit van het CBS in begin januari.

      3. Raadslid Deklerck vraagt naar de dag van de trage weg, die alweer geruisloos voorbijging. Opnieuw was er geen actie in Lichtervelde. 4 jaar terug was beloofd dat er werk zou gemaakt worden van een plan, weliswaar op eigen tempo. Wanneer kan er actie ondernomen worden, en wat is de stand van zaken betreffende de Molenbinnenweg?

      Schepen Steven Kindt antwoordt dat er voor de zomer een contract is goedgekeurd met de provincie en vzw 'trage wegen' om de toestand in kaart te brengen. Dossier Molenbinnenweg is lopende. De akten voor de verwerving zijn in de finale fase. Alles ligt klaar om daarna een aanleg te doen. Er komt een tweesporenpad met hier en daar een betonstrook voor draaicirkels voor de landbouwvoertuigen. Excuses voor de vertraging. De opening kan nog niet voorzien worden, maar zal volgend jaar zijn. Er is ook een dossier ingediend om subsidie te krijgen voor deze aanleg.

      Raadslid Deklerck vraagt naar de output van het plan.

      Er komt eerst een inventaris, en daarna komt er een plan van aanpak. Dit zal eerder voor volgende legislatuur zijn.

      4. Raadslid Vandenbussche vraagt naar de stand van zaken van de verkaveling in de Mosselstraat. In College van Burgemeester en Schepenen van 25 september 2023 werd kennis genomen van het verslag van de Gecoro. Dit was negatief geadviseerd. Wat is nu de verdere procedure?

      Schepen Els Kindt licht de procedure toe. Openbaar onderzoek is afgesloten. Het advies van de gecoro is maar één van de adviezen. Dossier werd toegelicht door de verkavelaar op de gecoro en hij heeft enkele aanpassingen voorgesteld waarmee we rekening moeten houden. Uiterste beslissingsdatum is 11 december 2023.

      5. Raadslid Ghesquière vraagt namens de Margarethastappers om betere communicatie bij gebruik van de parking, los van het OC. Er was een verkeersweek voorzien bij een grote activiteit, zodat er parking te kort was.

      De Burgemeester antwoordt dat dit zeker meegenomen wordt en dit zeker zal voorkomen worden bij volgende edities.

      Afsluitend deelt de voorzitter mee dat de volgende bijeenkomst plaats vindt op 27 november 2023, om 20u00.

Namens Gemeenteraad,

Ivan Vandenbussche
Algemeen Directeur

Ria Beeusaert-Pattyn
Burgemeester-voorzitter