Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Gunstig advies van het managementteam van 24.09.2022
Toelichting door de Burgemeester en de financieel directeur.
Art.1. Het meerjarenplan 3-2020-2025: boekjaar 2022 bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt vastgesteld.
Art.2. Het budgettair resultaat van het boekjaar van de gemeente in 2022 bedraagt: € - 3.684.875. Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van de gemeente in 2022 bedraagt: € 9.307.503 en het gecumuleerd budgettair resultaat 2022 bedraagt: €5.622.629. Het beschikbaar budgettair resultaat van de gemeente in 2022 bedraagt € 4.431.310. Er zijn €1.191.319 onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge van het boekjaar van de gemeente in 2022 bedraagt: € 1.060.793
Art.3. De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2022 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet |
Totaal bedrag in € voor 2022 |
Totaal exploitatie-uitgaven |
9.059.340 |
Totaal exploitatie-ontvangsten |
10.752.803 |
Totaal investerings-uitgaven |
5.431.116 |
Totaal investerings-ontvangsten |
574.491 |
Totaal financierings-uitgaven |
657.265 |
Totaal financierings-ontvangsten |
110.957 |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019 tot uitvoering van artikel 190 van het decreet van 8 juni 2018 houdende de aanpassing van de decreten aan de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Gunstig advies van het managementteam van 24.09.2022.
Toelichting door de Burgemeester en de financieel directeur.
Art.1. Het meerjarenplan 3 2020-2025: boekjaar 2022 bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt goedgekeurd.
Art.2. Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2022 bedraagt €-1.492.721. Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2022 bedraagt € 2.790.589 en het gecumuleerd budgettair resultaat 2022 bedraagt € 1.297.868. Het beschikbaar budgettair resultaat van het OCMW in 2022 bedraagt € 653.421. Er zijn onbeschikbare gelden t.b.v. €644.447.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2022 bedraagt €-1.196.868.
Art.3. De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2022 (M3) worden goedgekeurd.
Soort krediet |
Totaal bedrag in € voor 2022 |
Totaal exploitatie-uitgaven |
7.736.257 |
Totaal exploitatie-ontvangsten |
6.866.513 |
Totaal investerings-uitgaven |
325.852 |
Totaal investerings-ontvangsten |
482.043 |
Totaal financierings-uitgaven |
779.168 |
Totaal financierings-ontvangsten |
0,00 |
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten voorziet dat de kerkbesturen dienen over te gaan tot de opmaak van een meerjarenplan voor de periode 2020-2025. Dit meerjarenplan is bepalend voor de toekomstige budgetten van de kerkfabriek
Het positief advies van het bisdom van 30 september 2021.
Art.1. Er wordt kennis genomen van het budget 2022 van het kerkbestuur St. Jacob-de-Meerdere.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten voorziet dat de kerkbesturen dienen over te gaan tot de opmaak van een meerjarenplan voor de periode 2020-2025. Dit meerjarenplan is bepalend voor de toekomstige budgetten van de kerkfabriek
Het positief advies van het bisdom van 30 juni 2022.
Art.1. Er wordt kennis genomen van het budget 2023 van het kerkbestuur St. Jacob-de-Meerdere.
Het Decreet Lokaal Bestuur en latere wijzigingen, inzonderheid art. 40.
Artikel 162 van de Grondwet.
Het vermelde grondinnemingsplan en bestaande toestand cabine.
De verkoopbelofte, opgesteld door fluvius.
Art.1. De gemeenteraad keurt de verkoop aan “Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening in West- en Oost-Vlaanderen”, afgekort “IMEWO" goed van
Een perceel grond met een oppervlakte van 25,62 m², gelegen te Lichtervelde langs de Pastoor Denyslaan gekend ten kadaster 1ste afdeling sectie F, deel perceelnummer 453C3 (deel)
Een perceel grond met een oppervlakte van 10,47 m², gelegen te Lichtervelde langs de Pastoor Denyslaan gekend ten kadaster 1ste afdeling sectie F, deel perceelnummer 453C3 (deel)
zoals hierboven vermeld. De verkoopbelofte wordt goedgekeurd.
Art.2. De verkoopbelofte wordt namens het gemeentebestuur ondertekend door de Burgemeester en de Algemeen Directeur.
Art.3. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd de authentieke akte goed te keuren. De Burgemeester en de Algemeen Directeur worden gemachtigd de authentieke akte te ondertekenen.
Art.4. De hypotheekbewaarder wordt ontheven van de verplichting om inschrijving van ambtswege te nemen bij de overschrijving van de akte.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De Vlaamse Codes Ruimtelijke Ordening, inzonderheid titel VI.
Op 1 maart 2018 trad het handhavingsdecreet Omgeving (25 april 2014) en het bijbehorende uitvoeringsbesluit (9 februari 2018) in werking.
Dankzij de aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen schendingen van de VCRO nu ook bestuurlijk beboet worden. De gewestelijke entiteit die deel uitmaakt van de afdeling Handhaving van het Vlaamse departement Omgeving is bevoegd voor het opleggen van deze bestuurlijke geldboetes.
Teneinde rechtszekerheid te bieden en een coherente beboeting binnen Vlaanderen mogelijk te maken is er een beleidskader opgesteld voor de bestuurlijke beboeting, rekening houdend met de personeelsinzet van Vlaanderen. Dit kader werd politiek gevalideerd door de Vlaamse Regering op 22 juni 2018. Een uitgebreide toelichting kan je lezen op onze website https://www.lne.be/ruimtelijke-ordening-sanctionering.
De uitgebreide motivering in bijlage aan dit besluit.
Art.1. De Gemeenteraad keurt de prioriteitennota handhaving omgeving in bijlage goed.
Art.2. Afschrift van dit besluit wordt gestuurd naar het Departement Omgeving, het parket van de Procureur des Konings te Brugge en de Hoge Raad voor de handhavingsuitvoering.
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, in het bijzonder artikel 15
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, in het bijzonder artikel 31
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 47
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 2
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
1. BESCHRIJVING
De aanvraag omvat het bouwen van 2 meergezinswoningen met 12 woongelegenheden / 12 bovengrondse carports en 10 open parkeerplaatsen, rooien bomen, aanleg vijver en slopen gebouwen en na wijziging eveneens het vestigen van een tijdelijke publieke erfdienstbaarheid met betrekking tot de wandelpaden binnen de parktuin.
Binnen het project wordt een tijdelijke publieke erfdienstbaarheid voorzien, overeenkomstig gemeentewegendecreet artikel 15. De tijdelijke publieke erfdienstbaarheid voorziet een tijdelijk publiek gebruik van de wandelpadenstructuur in de parktuin van het project, zoals weergegeven op het inplantingsplan dat deel uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag zoals in laatste aanleg gewijzigd.
Bestemming volgens het gewestplan: woongebied
Bestemming volgens een bijzonder plan van aanleg: niet van toepassing
Bestemming volgens een ruimtelijk uitvoeringsplan: niet van toepassing
2. BEOORDELING
2.1. Externe adviezen
De volgende externe adviezen werden door de deputatie in laatste aanleg ingewonnen:
2.2. Openbaar onderzoek
De provincie West-Vlaanderen verzocht het gemeentebestuur om een openbaar onderzoek te organiseren over de gewijzigde aanvraag, ten gevolge het voorzien van een tijdelijke publieke erfdienstbaarheid binnen het project. Bijgevolg werd een openbaar onderzoek over de aanvraag georganiseerd.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 augustus 2022 tot en met 12 september 2022. De aanvraag lag gedurende deze periode ter inzage bij de gemeentelijke dienst Omgeving en was beschikbaar via het Omgevingsloket.
Gedurende het openbaar onderzoek werden 14 bezwaarschriften ingediend. De bezwaarschriften zijn opgenomen in bijlage. Samengevat kan gesteld worden dat de bezwaarschriften de volgende elementen met betrekking tot de zaak van de wegen bevat:
Er wordt voorgesteld om de bezwaarschriften als volgt te behandelen:
De bezorgdheid inzake mobiliteit kan weliswaar worden begrepen doch niet worden bijgetreden. De bezwaren zijn hypothetisch en er is geen concrete motivering van de hinder.
De parkeerdruk wordt op eigen terrein opgevangen.
Wat het aantal vervoersbewegingen betreft wordt dit geraamd op 30 per dag of 2 tot 3 wagens per uur. Op deze centrumlocatie is dit bijna te verwaarlozen. Temeer dat in dezelfde straat ondertussen vergunningen worden behandeld waartegen geen beroep werd ingesteld door betrokkenen omwille van het extra aantal bewegingen. De bijkomende druk is beperkt waardoor het project geen wezenlijke impact zal hebben op de bestaande verkeersafwikkeling.
Komt daarbij dat heel wat voorzieningen op wandel- en fietsafstand zijn gelegen en vlakbij kan worden aangesloten op het hoger wegennet. Net de centrale ligging bij de voorzieningen die vermeld worden in de bezwaren zorgt er voor dat het aantal autobewegingen beperkt zal blijven, gezien de voorzieningen op wandel of fietsafstand bereikbaar zijn.
Eventuele problemen die er zouden zijn met betrekking tot de huidige verkeersafwikkeling kunnen redelijkerwijze niet in de schoenen van de aanvrager worden geschoven.
De beperking in de tijd van de erfdienstbaarheid is wettelijke voorzien in het Gemeentewegendecreet. De beperking in uren is conform deze inzake toegankelijkheid van natuurdomeinen.
2.3. Toetsing aan het beoordelingskader uit het decreet houdende de gemeentewegen
Het bouwen van 2 meergezinswoningen met 12 woongelegenheden / 12 bovengrondse carports en 10 open parkeerplaatsen, rooien bomen, aanleg vijver en slopen gebouwen en het vestigen van een tijdelijke publieke erfdienstbaarheid binnen onderhavig project is niet in strijd met de tenuitvoerlegging van de stedenbouwkundige bestemming van de gronden (“woongebied” volgens het gewestplan) en voldoet ook aan de principes opgenomen in art. 3 en art. 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
(1) De ingrepen moeten ten dienste staan van het algemeen belang
De openbare wandelpadenstructuur komt tegemoet aan de vraag van de gecoro uit zijn advies van 5 november 2019 om het gebied gedeeltelijk toegankelijk te maken voor het publiek, zodat het groen karakter voor iedereen beschikbaar is.
(2) Een wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende gemotiveerd moet worden
De zaak der wegen omvat het vestigen van een tijdelijke publieke erfdienstbaarheid over een nieuw aan te leggen wandelpadenstructuur binnen een woonproject en dus geen wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
(3) De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aaneengrenzende percelen worden steeds in acht genomen
De aanleg van de wegenis ligt in het verlengde van een bestaande, doodlopende wegenis met beperkt wegprofiel, waarlangs doorgaand gemotoriseerd verkeer omwille van het doodlopend karakter wordt tegengegaan. Dit principe draagt bij tot het behoud van de bestaande, verkeersveilige residentiële woonomgeving. Het voorliggende wegenisontwerp zorgt er voor dat ook in de nieuwe toestand een doodlopende wegenis met beperkt wegprofiel blijft bestaan.
(4) Ingrepen worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief
De nieuw te vestigen publieke erfdienstbaarheid takt aan op een bestaande gemeenteweg. Het betreft een ingreep om de publieke doorwaadbaarheid van een parktuin horende bij een lokaal woonproject te realiseren. Het voorziene tracé brengt ten aanzien van bestaande en/of potentieel bovenlokale wandel- of fietsknooppuntennetwerken geen wijzigingen aan.
(5) Ingrepen moeten worden beoordeeld in functie van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling in de zin van VCRO art. 1.1.4.
De vestiging van de tijdelijke publieke erfdienstbaarheid is niet in strijd met de realisatie van de beoogde stedenbouwkundige bestemming (“woongebied” volgens gewestplan). De wandelpaden worden op zo’n manier vorm gegeven dat ze passen binnen het concept van een parktuin. Er wordt op twee punten ontsloten op de bestaande, aanpalende gemeenteweg ‘Damwegel’, meer bepaald de in- en uitrit voor gemotoriseerd verkeer en verderop een toegang die enkel voor traag verkeer kan worden aangewend. Binnen de aan te leggen padenstructuur zelf worden geen wegen voor doorgaand (gemotoriseerd) verkeer (op onveilige wijze) gekruist. Voetgangers kunnen vanuit het bestaande netwerk voor traag verkeer het project via de Damwegel bereiken, er is immers een bestaand voetpad voorzien langsheen de Damwegel. Ter hoogte van de Damwegel moeten trage weggebruikers de Damwegel, een lokale weg voor gemotoriseerd verkeer, kruisen. Het betreft echter een gemeenteweg waar éénrichtingsverkeer bestaat en een snelheidsbeperking van 30km/u geldt en bovendien een fietsstraat is. De publieke erfdienstbaarheid wordt gevestigd binnen een kwalitatieve park en tuinomgeving van een woonproject dat eveneens deel uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag.
Op basis van voormelde elementen wordt geoordeeld dat de aanleg van de nieuwe wegenis volgens de principes van een duurzame ontwikkeling werden opgevat, conform VCRO art. 1.1.4
Art.1. De gemeenteraad neemt kennis van de resultaten van het openbaar onderzoek over de omgevingsvergunningsaanvraag met referenties O/2021/141 – OMV_2021119555 en gaat akkoord met het voorstel om de elementen die betrekking hebben op de zaak van de wegen als volgt te behandelen:
De bezorgdheid inzake mobiliteit kan weliswaar worden begrepen doch niet worden bijgetreden. De bezwaren zijn hypothetisch en er is geen concrete motivering van de hinder.
De parkeerdruk wordt op eigen terrein opgevangen.
Wat het aantal vervoersbewegingen betreft wordt dit geraamd op 30 per dag of 2 tot 3 wagens per uur. Op deze centrumlocatie is dit bijna te verwaarlozen. Temeer dat in dezelfde straat ondertussen vergunningen worden behandeld waartegen geen beroep werd ingesteld door betrokkenen omwille van het extra aantal bewegingen. De bijkomende druk is beperkt waardoor het project geen wezenlijke impact zal hebben op de bestaande verkeersafwikkeling.
Komt daarbij dat heel wat voorzieningen op wandel- en fietsafstand zijn gelegen en vlakbij kan worden aangesloten op het hoger wegennet. Net de centrale ligging bij de voorzieningen die vermeld worden in de bezwaren zorgt er voor dat het aantal autobewegingen beperkt zal blijven, gezien de voorzieningen op wandel of fietsafstand bereikbaar zijn.
Eventuele problemen die er zouden zijn met betrekking tot de huidige verkeersafwikkeling kunnen redelijkerwijze niet in de schoenen van de aanvrager worden geschoven.
De beperking in de tijd van de erfdienstbaarheid is wettelijke voorzien in het Gemeentewegendecreet. De beperking in uren is conform deze inzake toegankelijkheid van natuurdomeinen.
Art.2. De gemeenteraad keurt het tracé van de tijdelijke publieke erfdienstbaarheid, conform het plan in bijlage, goed en gaat akkoord met de modaliteiten zoals beschreven in de overeenkomst in bijlage vestiging van een tijdelijke publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang, met uitzondering van de duur, waar geopteerd wordt voor 29 jaar.
Art.3. Indien om welke reden ook de authentieke akte niet binnen de 2 jaar vanaf heden verleden is zal huidige overeenkomst geen verdere uitwerking kennen.
Raadslid Deklerck verwijst naar de studie van Fluvius die het warmteverlies van daken onderzoekt: "dakinzicht" (met warmtescans). Waarom doet Lichtervelde niet mee? 47 andere gemeenten reeds wel. Zullen we alsnog daarop in gaan?
De schepen van Openbare Werken meldt dat dit voor Lichtervelde ook voorzien is. Van zodra we overvlogen zijn, wat alleen in de winter kan, zal dit ook te raadplegen zijn. We moesten dit niet aanvragen.
Raadslid Ghesquière vraagt naar de stand van zaken i.v.m. de rooilijnplannen Molenbinnenweg en de doorsteek Zwevezelestraat -Kauwentijnestraat.
De schepen van Openbare Werken antwoordt dat het dossier verder wordt opgevolgd. In de Leenstraat verandert er niets. In de Molenbinnenweg wordt met de eigenaars overlegd (door WVI) om de nodige overeenkomsten te maken zodat hij kan heraangelegd worden als trage weg. Er zijn nog geen contacten geweest met de eigenaars.
Raadslid Ghesquière vraagt naar de borden 'honden aan de leiband' voor de Finse Piste, die beloofd waren in de vorige Gemeenteraad. De lijst met vuilbakken en hondenpoepenzuilen is ook nog niet overgemaakt.
De Burgemeester antwoordt dat het nodige wordt gedaan.
Raadslid Ghesquière vraagt naar de toestand van de paden op het oude gedeelte van de begraafplaats. Op bepaalde stukken is het gevaarlijk. En met Allerheiligen in aantocht wordt hier best iets aan gedaan.
De schepen van Openbare Werken antwoordt dat die paden niet heraangelegd zijn. Dit komt omdat er nog bijzettingen moeten gebeuren en de tegels er nog van tussenuit moeten kunnen gehaald worden. In het oude deel worden nog regelmatig bijzettingen gebeuren, ook van urnes.
Raadslid Ghesquière merkt op dat er van het oorlogmonument voegen zijn losgekomen.
Burgemeester antwoordt dat dit reeds is doorgegeven voor herstel.
Afsluitend deelt de voorzitter mee dat de volgende bijeenkomst plaats vindt op 24 oktober 2022, om 20u00.
Namens Gemeenteraad,
Ivan Vandenbussche
Algemeen Directeur
Ria Beeusaert-Pattyn
Burgemeester-voorzitter